Ruim driekwart van de Nederlandse kiesgerechtigden is van mening dat Nederland de aanschaf van de Joint Strike Fighter (JSF) moet afblazen.
Dat schrijft De Volkskrant dinsdagochtend op basis van onderzoek van instituut Clingendael en Maurice de Hond.
Het eerste Nederlandse exemplaar van de JSF vloog de afgelopen weken in Texas zijn eerste uren. Het toestel moet de opvolger worden van de F-16, die in de ogen van het ministerie van Defensie verouderd is.
In de Tweede Kamer is inmiddels een meerderheid tegen de aanschaf van de JSF. Uit het onderzoek van De Hond blijkt dat de Nederlandse kiezer het daar mee eens is. Minister Hillen van Defensie blijft een voorstander van de aanschaf van het toestel en stelt dat er niet verder gesneden kan worden in de krijgsmacht.
Hij krijgt hierin bijval van een meerderheid van de VVD en CDA-stemmers. De meeste stemmers op de linkse partijen zien verder snijden in Defensie als een uitstekende mogelijkheid om te bezuinigen.
Piraterij
Defensie wordt ook wat betreft een meerderheid van alle ondervraagde kiezers verder ontmanteld. Naast de annulering van de aanschaf van de JSF kan er in hun ogen bijvoorbeeld verder worden bezuinigd op buitenlandse missies.
Alleen op de bestrijding van internationale piraterij hoeft van een groot deel van de kiesgerechtigden niet te worden bezuinigd.
De vraag wat het belangrijkste doel moet zijn van het Nederlandse buitenlandbeleid werd het meeste beantwoord met ‘opkomen voor Nederlandse economische belangen.’
Pijnlijke keuzen
Oud-medewerker van Defensie en onderzoeker bij Clingendael Theo Koelé zegt in de krant echter dat er pijnlijke keuzen nodig zijn.
De Kamer moet zich volgens hem afvragen wat Nederland in de lucht moet kunnen en niet wat het beste vliegtuig ter wereld is. Er zijn volgens hem goedkopere andere vliegtuigen die ook toereikend zijn. Ook bij de aanschaf van materieel valt volgens hem te bezuinigen door samen te werken. “wanneer landen dezelfde wapensystemen aanschaffen, scheelt dat in prijs.”
Dat veel mensen meer willen bezuinigen op defensie, komt volgens hem doordat er geen dreiging meer is zoals tijdens de Koude Oorlog. “Bovendien lezen ze dat ondanks de grote en dure inspanningen van Nederland het geweld in Afghanistan voortduurt. De krijgsmacht kampt met een legitimiteitsprobleem.”