Op de eerste koffiemorgen van dit winterseizoen hebben we het gehad over de woorden van Matth. 5 : 38 – 42. Gandhi probeerde dat in de praktijk te brengen met zijn ‘geweldloosheid’ zoals het in Mattheus beschreven is. Maar niet alleen ‘internationale’ figuren zoals Gandhi en Mandela, maar ook over ‘lokale’ mensen die dat in praktijk brachten. Veel lezers/lezeressen van de Paadwizer hebben de familie Reimer en Henny van Tuinen gekend. Reimer kreeg op zijn 90ste jaar nog de eretitel van “Mister Strikel”. Immers wie heeft meer gedaan voor dit , jammer genoeg verdwenen Friese tijdschrift , dan Reimer. Ook jammer, dat hij dat toen zelfs niet of nauwelijks meer kon beseffen. Zijn ‘kaarsje’ ging langzaam uit. Gelukkig nam Henny toen de honneurs waar. We kregen een boekje waarin enkele vroegere artikelen van Reimer stonden. Hij sneed meestal met fijne humor de maatschappelijke problemen aan. Gewoonweg juweeltjes van zijn hand. Henny schreef in het boekje “Yn tankbere freonskip, fan Reimer en Henny”.
Reimer had in de 2e wereldoorlog een poos in het concentratiekamp Amersfoort door moeten brengen. Is daar uiteraard niet goed behandeld, nee, ik moet zeggen mishandeld. Op een keer toen we met hen naar een bijeenkomst van Stichting Sneek 1940-1945 reden, waren net de “drie van Breda” in het nieuws. De drie van Breda waren de beulen van Reimer. Er werd door de regering voorgesteld om hen vrij te laten. Eén van de beulen zou ernstig ziek zijn en de andere twee waren er geestelijk slecht aan toe. Het hele ‘verzet’ kwam toen in ‘verzet’ tegen dit voorstel. Immers de doodstraf van toen was al omgezet in ‘levenslang’. Koningin Julia weigerde destijds het doodvonnis te tekenen, waardoor de straf automatisch in levenslang werd omgezet. In 1989 pleitte de minister van justitie voor vrijlating van de twee overgebleven gevangenen. Naast de fijne humor van Reimer beschikte hij ook over een geweldig mild oordeel. ‘Lit se mar frij, dan ha we dat mar hawn’. Ik herinner me dat ik nauwelijks mijn oren geloofde toen Reimer dat zei. De mensen die hem toen zo mishandeld hadden en waardoor hij zijn normale leven voor een groot deel was kwijt geraakt en dan deze uitspraak. Hij zei dat zij in feite ook slachtoffer geweest waren van het regiem, de ideologie. ‘En wat jout it mij as se sitten bliuwe moatte, neat. Ferjitte slagget my net, mar ik kin it harren wol ferjaan”. Die woorden zijn ronduit de woorden van Mattheus 5. Nu in de praktijk gebracht door iemand die levenslang beschadigd was ! Later , in de ’90-tiger jaren, deed Mandela eigenlijk hetzelfde. Al was er wel een duidelijk verschil. Hij was niet zo ernstig mishandeld als Reimer, maar had wel 27 jaar in de cel moeten leven. Soms denk ik nog aan die ongelooflijke woorden van Reimer die zijn geloof zo karakteriseerden.