DEN HAAG – Als Nederland overgaat tot aanschaf van het JSF-gevechtstoestel, dan is een sterk gedecimeerde luchtmacht het onherroepelijke gevolg.
De internationale NAVO-taken kunnen amper worden verricht en langdurende missies als in Afghanistan zijn uitgesloten. Dat zegt directeur Ko Colijn van het Instituut Clingendael in een reactie op het actuele JSF-dilemma.
“We houden net iets meer over dan een symbolische luchtmacht”, zegt Colijn. “En het ambitieniveau van onze hele defensie moet worden herzien. Minder JSF’s heeft ook consequenties voor de landmacht en de marine.”
Hij reageert daarmee op het rapport van de Rekenkamer. Daarin staat dat uitstappen uit het JSF-project Nederland veel geld zal kosten, maar ook dat aanschaf van het gewenste aantal toestellen (68 of 56) binnen het huidige budget onbetaalbaar is.
Op scherp
Volgens Colijn heeft de Rekenkamer de discussie over de JSF behoorlijk op scherp gezet. Het nieuwe kabinet staat voor de opdracht nieuwe doelen te formuleren. “We hebben bij het huidige ambitieniveau niet genoeg geld om de F-35 te kopen. De Rekenkamer doet de dringende suggestie onze doelen te heroverwegen.”
Hij vreest dat met het beschikbare defensiebudget het nauwelijks mogelijk is de ambitie van een veelzijdige krijgsmacht overeind te houden. Van de 85 Joint Strike Fighters die ooit bedoeld waren ter vervanging van de verouderde F-16’s, blijven er volgens Colijn hooguit een stuk of dertig over.
“Voldoende om de hoogst noodzakelijke taken uit te voeren, maar niet meer dan dat”, aldus Colijn. “We kunnen geen twaalf vliegtuigen meer naar Afghanistan sturen.”
Dat de luchtmacht voor een ander toestel zal kiezen, acht hij niet realistisch. “Bij de Koninklijke Luchtmacht bijt men op de tanden, maar liever 30 Amerikaanse JSF’s dan een vloot Zweeds toestellen als de Saab Gripen.”
Casinobezoeker
Johan Boeder, erkend criticaster van het JSF-proces, zegt dat de Nederlandse overheid trekken vertoont van een casinobezoeker die geld verliest en desondanks blijft doorspelen aan de roulettetafel. Die speler heeft al veel geld verloren, aldus Boeder, en blijft hopen zijn verlies ooit goed te maken. “En dat zal nooit gebeuren”, aldus de beheerder van de website jsfnieuws.nl, waarin hij het JSF-dossier al meer dan tien jaar volgt.
Hij pleit voor een fris en onafhankelijk onderzoek naar de opties die de overheid resten om uit ‘dit moeras’ te komen. “Ik ben altijd vrij pro-JSF geweest, maar dit toestel is voor Nederland niet meer te betalen.”
Molensteen
Volgens Boeder hangen zelfs 42 JSF’s de komende 30 jaar de krijgsmacht als een molensteen om de nek. “De aanschafkosten is één ding, maar de exploitatie is nog veel kostbaarder.”
De exploitatie per toestel over een termijn van 30 jaar werd in 2002 door defensie begroot op circa 47 miljoen euro. Op het prijsniveau van dit jaar zijn die kosten gestegen naar 194 miljoen euro per toestel, uitgaande van de aanschaf van 68 toestellen. Hoe minder toestellen worden gekocht, des te hoger de onderhoudskosten. Dat bedrag drukt alle investeringsruimte bij de krijgsmacht weg en heeft gevolgen voor marine en landmacht.
Boeder: “We moeten onze huidige voorkeurspositie in het JSF-project niet opgeven, maar wel rustig kijken naar onze verdere opties. De ambitieuze rol van onze luchtmacht als A-Team, zoals in de jaren negentig boven Bosnië, zullen we echt moeten opgeven.”