Deze keer komt in onze rubriek ‘Marsumers-om-utens’ iemand aan het woord die de meeste Marsumers nog wel zullen kennen: Robbie van Wieren, zoon van Robert en Akke van Wieren, nu wonend in Zwolle.
“Ik ben geboren in Marsum op een autoloze zondag in 1973. Oliecrisis. Na mijn twee broers Jaap en Wiepie was ik de derde zoon. Overigens ben ik de enige echte Marsumer in ons gezin. Mijn vader Robert is in Oostenrijk geboren en mijn moeder Akke en mijn broers in Sint Jacobiparochie (doet het altijd goed op een Van Wieren-familiedag). In 1996 ben ik verhuisd naar de stad Groningen om te studeren aan de Rijksuniversiteit Groningen. Ik heb Nederlands Rechts gestudeerd waarvoor ik in 2001 ben afgestudeerd. In 2002 ben ik verhuisd naar Zwolle, en daar woon ik, met mijn gezin, nog steeds.
Ik heb er bewust voor gekozen om voor mijn studie in Groningen te gaan wonen, in plaats van dagelijks te ‘forenzen’ tussen Marsum en Groningen. Op een gegeven moment moet je op eigen benen gaan staan en je eigen weg kiezen. De studie was een goede aanleiding en Groningen een mooie stad om dat te doen. Bovendien moet je het studentenleven voor de volle 100% ervaren en dus op kamers. Tijdens mijn studie heb ik mijn vriendin Vanessa ontmoet en omdat we beiden een baan in Zwolle konden krijgen, zijn we verhuisd naar Zwolle. Ik werk als manager (Acceptatie Zakelijke Aansprakelijkheid) bij Achmea in Apeldoorn en Tilburg. Kort gesteld bepalen wij de risicopremies en verzekeringsvoorwaarden van Aansprakelijkheidsverzekeringen voor grote zakelijk klanten en voor (bijna) alle Nederlandse lagere overheden zoals provincies, gemeenten en waterschappen.
En ik ben zanger van de band Van Wieren. De band heeft het laatste half jaar op een iets lager pitje gestaan, maar inmiddels zijn de instrumenten weer gestemd, de kelen gesmeerd en zijn we druk bezig met mooie nieuwe liedjes en optredens.
Samen met Vanessa heb ik twee kinderen. Lars is zes en Teun is drie. Twee prachtige mannetjes! We wonen in een mooie jaren dertig-wijk vlakbij de Zwolse binnenstad. Een bijna dorpse wijk waar ik tot mijn verbazing (en mijn genoegen) met sommige buren Fries en zelfs Bildts kan praten! (In Fries is in Fries is in Fries!) Mijn vader woont nog steeds in Marsum, dus we komen regelmatig bij hem op bezoek en via de band kom ik er ook regelmatig. Ook probeer ik ieder jaar bij de Marsumer merke te zijn. In ieder geval staat de zondagmiddag om 16.00 uur aan de bar yn’e tinte met rood omcirkeld in mijn agenda. Altijd weer een mooi moment om oude vrienden te spreken.
Ik heb een zeer gelukkige jeugd gehad. Uiteraard is dat in de eerste plaats aan mijn ouders te danken, maar daarnaast is Marsum ook een prachtige omgeving om in op te groeien. Ik heb veel gekaatst, geturnd en gevoetbald. Ik had veel vrienden en vriendinnen en de Pôlle was een prettige lagere school. Overigens, in “myn Marsum” hebben Hans en Doet nog steeds het café, staan Kees en Maaike nog in stofjas achter de toonbank bij de 4=6 en rijdt Jan Posseth in de SRV-wagen nog zijn rondjes. Volstrekt achterhaalde beelden natuurlijk, maar het blijven voor mij hele mooie herinneringen!
Ik heb persoonlijk geen negatieve ervaringen met Marsum, maar in een dorp is de sociale controle over het algemeen groot. Dat is goed zolang de zaken gaan zoals ‘men’ vindt dat ze behoren te gaan. Echter, als er afwijkende of minder leuke zaken gebeuren met een persoon of een gezin kan een dorp ook snel een oordeel vellen en is hierin soms hard. Het geroddel over het dorp en haar dorpsgenoten heeft nooit tot mijn favoriete bezigheden behoord. “Wat kin’t je skele” tink ik dan!
Ik woon nu met veel plezier in Zwolle. Hier heb ik mijn sociale leven opgebouwd, gaan mijn kinderen naar school en woon ik op een goede afstand van zowel mijn werk als van Fryslân. Ik vermoed ook dat het huidige Marsum het romantische beeld van ‘myn’ Marsum jammerlijk zal verjagen. Op dit moment heb ik dus geen behoefte om terug te keren, maar ja, als dat huis van dokter Kolf nou eens te koop komt te staan…”