15 juli 2014, Marsum.Bijna vakantietijd maar niks gehoord van Waslander betreffende nog een broedgeval in 1 van de drie nestbakken bij hen op het erf.
Na een telefoontje bleek de heer Waslander net terug uit het ziekenhuis te zijn. Waarschijnlijk een darminfectie. Gelukkig knapt hij weer wat op. Als ik ’s avonds samen met Wouter bij hem kom zit hij achterhuis al op ons te wachten. We mogen zelf wel even kijken of de jongen groot genoeg zijn om geringd te worden. Dat blijkt het geval te zijn. De veren komen al door het dons heen. Ringer Rudy Fopma had aanvankelijk ‘oppasavond’, maar na een telefoontje blijkt hij ‘vrijaf’ te zijn en komt gelijk vanuit St. Anna naar ons toerijden om de pullen van enkele versierselen te voorzien. Daarna nog gauw Rindert Talsma bellen, want die wou graag bij deze belevenis aanwezig zijn. “Ja hoi Meino, ik kom er gelijk aan”. Nou inderdaad, hij was vanuit Leeuwarden nog sneller ter plaatse. Die heeft er zin aan! Als ook Rudy is gearriveerd en we nog even staan te praten komt een van de oudervogels met een muis naar de kast vliegen. Prachtig gezicht!
Aangezien het er op lijkt dat mijn schouderkwetsuur iets lijkt te verbeteren en de nestkast makkelijk is te bereiken neem ik de boodschappentas ter hand en haal de pullen uit de kast. Er zijn 4 jongen en er ligt nog 1 ei in de stinkende nestkast. Alle 4 blijken dames te zijn.De heer Waslander was voor het ringen alweer naar binnen gegaan. Schijnbaar was hij toch nieuwsgierig want hij “stuurt” zijn vrouw op ons af om polshoogte te nemen. Die moet even aan het tafereel wennen. Bang voor verstoring. Maar uiteindelijk, na enige info dat het geen kwaad kan, belandt vrouw Waslander ook op de foto met een torenvalk in haar hand. “Jaaa, je mag zo weer naar mem”. Ze praat waarachtig tegen het valkje. Ik verdenk haar ervan dat ze het erg leuk vindt om 1 van ‘hun’ jongen vast te houden.