U zult wel denken, wat een ingewikkelde kop boven deze meditatie. En ja, dat is eigenlijk ook wel zo. Ik zal proberen het zo uit te leggen dat het misschien ook iets voor u gaat betekenen.
Maar dan moet ik eerst teruggaan naar de jaren ‘70 van de vorige eeuw. Dat klinkt als lang geleden, en dat is het ook al wel. Ik woonde toen in Amsterdam, waar ik theologie, ethiek en andragologie studeerde aan de Vrije Universiteit. Het was de tijd waarin de basisbeurs om te studeren die er in de jaren ‘80 kwam niet was. En omdat het best duur was om te studeren en op kamers te gaan wonen, werd ik werkstudent. Dat betekende, dat ik een paar dagen per week werkte om mijn studie te kunnen bekostigen. Eerst een paar jaar op Amsterdamse multiculturele openbare lagere scholen waar ik Bijbel onderwijs gaf vanuit een interkerkelijke stichting. En later werd ik pastor in twee Amsterdamse verpleegtehuizen. In het ene verpleeghuis waren somatische, chronisch zieke bewoners. Ik zal nooit vergeten hoe ik wel eens naast een mevrouw zat die zeer zwaar astmatisch was en die, wat vaker gebeurde, bijna stikte in haar benauwdheid. Ik voelde zelf die benauwdheid mee, en bleef bij haar zitten tot het weer wat beter ging. Ik kan me nog wel invoelen in wat er dan gebeurt met iemand. Ook waren er veel mensen met K zoals ze dat in Amsterdam noemden, terminaal kankerpatiënt, gekomen om te sterven. In het andere verpleeghuis waren heel veel dementerende mensen, naast ook veel K patiënten.
In diezelfde jaren was ik ook landelijk politiek actief. Toen speelden de spanningen van de Koude oorlog, van de kernwapens, het ging over ontwikkelings samenwerking, Maar ook over de groter wordende milieuzorgen, overigens nog maar in kleinere kringen. En ook de eerste maatschappelijke discussies over ethische onderwerpen zoals euthanasie kregen toen al aandacht. En, zoals gezegd, tegelijk studeerde ik, vooral theologie, en ethiek als hoofdvak. In die tijd had je eerst de kandidaatsfase van de studie en daarna de doctoraalfase. En de studie werd afgesloten met de doctoraalscriptie. Mijn ervaringen met het lijden van individuele mensen, zoals in de verpleeghuizen, en anderzijds van grote groepen mensen in de politiek en maatschappij, werden de basis voor mijn doctoraalscriptie. Want ik vond toen, en vind nog steeds, dat het lijden van mensen in hun privé situatie, in ziekte, gebrokenheid, grote financiële zorgen, zorgen om je kinderen, belangrijk is om aandacht aan te geven en er mee te leren omgaan. Maar ik vond toen ook, en ook dat vind ik nog steeds, dat ook het lijden van grote groepen mensen in onze Nederlandse samenleving, maar ook in de samenlevingen van allerlei andere landen in onze wereld, alle aandacht verdient en dat we ook daar mee moeten leren omgaan.
Je eigen lijden niet los zien van het lijden van andere mensen in de (wereld)samenleving, en omgekeerd, je aandacht voor het lijden in de (wereld)samenleving niet los zien van het eigen persoonlijk lijden van jezelf en van anderen, dat vond en vind ik heel wezenlijk in ons leven, en geloven.
De grote vraag is in ons persoonlijk leven, maar tegelijk in het deel uitmaken van de samenleving waarin we leven, de grote vraag is wat mij betreft: waardoor kunnen we als mens veranderen, waardoor kunnen we anders gaan leven, waardoor kunnen we anders gaan handelen? Een Bijbels woord voor veranderen is bekeren. Bekeren, dat is enerzijds je keren naar God toe met heel je leven, hebben en houden, wanhoop en hoop, en anderzijds je keren naar de ander toe, de ander ontmoeten, open staan voor de ander. Waardoor kunnen we veranderen, ons keren naar God en andere mensen toe? En dan ben ik eindelijk bij de kop boven deze meditatie.
Ik heb daar veel over gelezen en nagedacht, om mijn doctoraalscriptie te schrijven…ik denk, dat ervaring van lijden een bron kan zijn om te komen tot veranderend handelen.
Tja, nou ben ik nog niet verder dan de kop van deze meditatie, en de titel van mijn doctoraalscriptie. Of geeft deze meditatie u al wat te denken? Kunt u misschien zelf al wel concrete voorbeelden bedenken hoe ervaring van lijden misschien een bron kan zijn om te komen tot veranderend handelen? Na het carnaval begint op Aswoensdag 26 februari de Lijdenstijd, de Veertigdagentijd. Alle tijd om eens na te denken over de vraag: kan ervaring van lijden voor u, voor mij, voor ons, een bron zijn van veranderend handelen?