“Alle kleine vogeltjes verdwijnen hier uit de buurt. Door die rot eksters. Vorig jaar hebben we het nest uit de boom gegooid.” Woorden van die strekking kreeg ik afgelopen week te horen toen ik een rondje door het dorp liep.
Men wasn verbaasd dat er een ransuil uit het eksternest opvloog, maar die ransuil had het eksternest overgenomen. “Nee dat kan niet, een ekster laat zich niet wegjagen door een uiltje”. Wel dus! Weg nest…
Volgens onderzoeken daalt de populatie eksters. Als je de eksters opruimt heb je kans op overschot aan zangvogels. Eksters zorgen voor nestgelegenheid van o.a. de ransuil omdat deze dieren niet zelf een nest bouwen maar het overnemen of kapen van andere vogels als de zwarte kraai en ekster.
In de natuur hangt alles met elkaar samen. Schakel je een onderdeel uit dan heb je gelijk een reactie. Die zangvogeltjes redden zich wel. ‘Live fast die young’, is het motto bij het kleine gevogelte. Meerdere legsels per jaar is hard werken. Hoog energieverbruik, hoge productie, maar oud worden ze niet. Hoe groter de vogel, hoe minder productie, hoe ouder ze worden gaat in de meeste gevallen op.
Een stukje educatie ter plaatse gaat, hoop ik, de ransuilen (en eksters) aldaar rust geven. Gisteren even teruggeweest en een foto van deze beauty kunnen maken.