Laatste update dinsdag, 18 februari 2025
zaterdag, 4 februari 2023 Actueel
Het was 7 februari 1923 toen de karakteristieke woning “Huize ANTSTEIN” in vlammen opging. Dinsdag 100 jaar geleden. Het zal ongetwijfeld een van de mooiste woningen van Marsum zijn geweest. Oud-Marsumer Ytsen Zuiderveld dook in de kadastrale historie en Geert Verf diepte in het archief van ’t Selskip foar Marsumer Skiednis nog mooie foto’s, krantenartikelen en andere wetenswaardigheden op. Gunar Boon hielp met het speuren in de oude Leeuwarder Couranten en liep de tekst na.
Het huis stond aan de Ljouwterdyk 1, naast het café. De plek die de oudere Marsumers decennialang gekend hebben als die van het doktershuis.
Op de foto de situatie begin 1900. Rechts huize Antstein. Bekend om zijn lichtroze kleur. Op de achtergrond café ’t Grauwe Paard met aan de rechterkant de karakteristieke veranda nog net zichtbaar achter de bomen. De vlag hing uit. Was het niet ter ere van de bondskaatspartij in 1905? Links de smederij van Anne Veeman, destijds vooral bekend als “Oane Snoekje”.
Geschiedenis:
De oudste plattegrondtekening van Marsum is tot zover bekend van rond 1750. De terpstructuur is goed te zien. Wat stonden er nog maar weinig huizen. Marsum telde toen ca. 383 inwoners. Rechtsboven staat het Secretaris J. Mebius slot. Het staat ver vanaf de Ljouwterdyk getekend. De tekenaar zal de fraaie woning waarschijnlijk zo beter hebben kunnen laten uitkomen. In werkelijkheid stond die dicht aan de Ljouwterdyk, op de plek van Huize Greven, bekend als dokterswoning.
De plek heeft al een lange geschiedenis want er stond al een woning voor 1832. Vanaf dat moment hield het kadaster alles nauwgezet bij. Op dat moment was het eigendom van Paulus Johannes Mebius, secretaris van de gemeente Menaldumadeel, die het van 1832 tot 1839 op naam had. Hij had het pand geërfd van zijn vader Johannes Paulus Mebius, die op 1 februari 1826 overleden was en in zijn leven werkzaam was als notaris. Het zal toentertijd een notariswoning zijn geweest. Eerder zal het dienst gedaan hebben als kantongerecht, maar bevestiging hebben we daar niet van kunnen vinden.
In 1838 overleed Paulus Johannes Mebius. Via vererving kwam het in handen van zijn zuster Wemelia Augusta Mebius gehuwd met Hendrik Cannegieter en woonachtig te Leeuwarden. In 1841 werd het pand afgebroken en herbouwd. Op de kadastrale kaarten is er weinig verschil te zien. Het lijkt erop dat het op dezelfde fundering is gebouwd. Het zal huize ANTSTEIN zijn geworden, zoals we die op de foto’s zien in dit artikel.
Wemelia Mebius overleed in 1857. Ze liet nogal wat bezittingen na. Behalve hun woonhuis aan de Eewal te Leeuwarden ter waarde van circa fl. 5.000, nog een 20-tal vastigheden waaronder zathes c.a. te Marsum, Ingelum en Berlikum, buitenplaats ‘Antstein’ (nu met een t erin geschreven) te Marsum (fl. 4.500, ), bouw /greidlanden in genoemde plaatsen en in Deinum en op Het Bildt en graven en kerkstoelen in Marsum en Leeuwarden.
Haar schoonzoon Cornelis Wiersma (notaris te Leeuwarden; voogd van Hendrik) en later haar kleinzoon Hendrik Wiersma (directeur Friesche Handelsbank en wethouder in Leeuwarden) werd de nieuwe eigenaar. Hij heeft er niet lang van kunnen genieten, want hij overleed al op 43-jarige leeftijd in 1886. Het is de vraag of hij er ooit zelf heeft gewoond, want het was ten tijde van de verkoop in huur bij Mr. H. J. Westra voor ƒ 375 per jaar. De tuin werd verhuurd aan G.P. Bosch. Daarna kwam het in handen van Hylke Reitsma, arts te Marsum, die eerst een pand aan de Buorren in Marsum had. In de akte van 19-11-1886 staat ‘Een buitenverblijf Huize Antstein aan de straatweg te Marssum met beneden zeer nette en ruime voorzaal, tuinkamer, slaapkamer, bodenkamer, keuken en bijkeuken en boven 6 verschillende slaap- en logeerkamers. Voorts schuur met wagenhuis en paardenstalling, erf, fraaie tuin met vruchtbomen en broeibakken’. Hij kocht dit voor 3561 gulden.
Het werd vanaf die tijd een dokterswoning, zoals we later nog lange tijd op die plek gekend hebben.
Op 18-2-1907 kocht Engele Hylke de Jong, ook arts en daarvoor ook werkzaam op de Buorren, het huis van Reitsma voor 9500 gulden. Hierbij werd nog vermeld dat er een broeibak was met ramen, een kippenhok met ijzeren loop, 2 ladders waarvan 1 nieuwe, jaloezieën en zonneblinden die er ter overname bij hoorden. De vorige eigenaar, dokter Reitsma, liet het huis aan de Bitgumerdyk 4 bouwen. Financieel zal dat vast gekund hebben, want hij had huize Antstein voor aanzienlijk meer geld verkocht dan hij ervoor betaald had. Dokter Reitsma had aanvankelijk de meeste patiënten, totdat hij steeds vaker de borrelglaasjes ging ledigen. De praktijk aan de Ljouwterdyk ging achteruit en dokter De Jong nam de oude dokterswoning over. Reitsma hield zijn praktijk nog een tijd aan de Bitgumerdyk. Naar verluidt gingen de rijken naar De Jong en de armen naar Reitsma.
Foto van de Bitgumerdyk rond 1908. De woning rechts is net gebouwd in opdracht van dokter Reitsma. Nog goed zichtbaar is dat vroeger een sloot liep tussen de Bitgumerdyk en de percelen rechts. In het midden op de achtergrond zien we de witte hekken van de toenmalige trambaan.
Dokter Heinemann
In het jaar 1917 kocht dokter Theodoor Heinemann, arts uit Amsterdam, de woning aan de Bitgumerdyk voor fl. 16.000,- en fl. 600,- voor de artsenpraktijk + roerende goederen, waaronder een auto Merk Adler met gereedschap, waaronder een buitenband, 2 binnenbanden, een hoorn en benzine en een motorfiets Royal Ruley.
Deze dokter bracht veel sfeer met zich mee in het dorp. Volgens de moeder van Ytsen Zuiderveld die er in dertiger jaren dienstbode was, net als vrouw Hieke van Dijk (moeder van Jan en wijlen Margriet), Hetty van Wieren (de moeder van de gebroeders van Wieren en Jaan de Jong (moeder van Haye de Jong en Minke van Schepen) nam deze dokter het qua liefde buitenshuis niet zo nauw en voelde de zoon (Anne) van Anne Veeman (bij oud-Marsumers bekend als Anne Snoekje), smid op de hoek van de Buorren-Hegedyk zich er zo thuis, dat hij beide stinkvoeten rustig bij dokter op tafel legde. Naar verluidt kleedde mevrouw Heinemann zich voor het naar bed gaan met de gordijnen open uit, zodat de mannen op de hoek zich naar het hoekje van de Tsiene verplaatsten om dit gade te slaan.
Huize Antstein op een foto van de familie Heinemann. Grote kans dat het echtpaar in het midden de heer en mevrouw Heinemann zelf zijn. Een statige woning in een fraai aangelegde tuin.
De grote en allesvernietigende brand
In 1923 was er grote consternatie in Marsum. Het huis van dokter Heinemann stond in brand. Het was een koude februari-avond. Het dienstmeisje wilde die avond naar de repetitie van het zangkoor in het naastgelegen café. Ze had de kachel daarom helemaal gevuld. Toen de vrouw van dokter Heinemann de brand ontdekte was het al te laat. Dokter Heinemann zelf was op patiëntenbezoek. De oude brandspuit van de Marsumer brandweer deed haar best, maar de viezigheid in de sloot vertraagde het blussen. Door de stevige zuidoostenwind dreigde het vuur richting het dorp te gaan. De Leeuwarder brandweer werd te hulp gevraagd. Ze deed voor hoe het moest. Een korf voor de slang. Maar het mocht niet meer baten, het huis ging in vlammen op. De hond kwam jammerlijk om. Cafébaas Cuperus en de leden van de zangvereniging “de Eendracht” wisten nog een deel van de inventaris uit de benedenverdieping te redden.
In het boekje over Bitgumerdyk 1 (geschiedenis van Moeke Verf) staat het volgende beschreven:
Op een februariavond in 1923 staan twee jonge Marssumers buiten te wachten op hun twee geliefden die op de bovenzaal aan het oefenen zijn. Het is al 10 uur geweest en het café is dus al dicht. Plotseling worden de twee pratende mannen, Yme Landsta en Japik de Jong, gestoord in hun gesprek. De doktersvrouw, mevrouw Heinemann komt schreeuwend de hoek om. Het doktershuis staat in brand. Yme Landstra weet wat hem te doen staat. Hij rent naar de toren, pakt de sleutels van de spijker en begint de klok “te kleppen”. Diegene die dat in tijd van nood als eerste deed, kreeg f 2,50 hiervoor uitbetaald. Toen Yme naar de toren rende had hij ondertussen politie Van Dijk ook nog gewaarschuwd. Het doktershuis brandde hevig. De Marssumer brandweer deed zijn best, maar zoog meer modder uit de sloot dan water. De Leeuwarder brandweer die erbij kwam, deed voor hoe het moest. Een korf voor de slang voorkwam het opzuigen van de modder. Het leek wel of Leeuwarden leegstroomde. De brand was zo fel, dat ze daar dachten dat het Poptaslot of het gasthuis in brand stond. De burgemeester was aanwezig. Veel Marssumers stonden de daken van hun huizen met water te besproeien, i.v.m. de regen van vonken, en….. Moeke Verf liep op de hoek met een grote tas om haar schouder…. Al haar geld zat daarin. Als haar café mee in vlammen op zou gaan, had zij het geld in elk geval veiliggesteld. Toen bleek dat de brand zich niet uit zou breiden, bedacht Moeke wat anders. Politie Van Dijk zou haar nu toch niet bekeuren. En dus gooide zij haar café open en beleefde een gouden avond. Tot in de kleine uurtjes bluste ze op haar manier mee en de tas werd steeds voller”.
De brand haalde zelfs de krant. Het Nieuwsblad van het Noorden schreef er op vrijdag 9 februari onderstaande artikel over:
En de plaatselijke correspondent van de Leeuwarder Courant schreef onderstaand artikel:
Van het pand bleef niet veel meer over. De brandweer had het vuur na drie uur blussen dan weliswaar onder controle, ze kon niet voorkomen dat er slechts een paar muren overbleven. Alles wat branden kon, was in rook opgegaan. Opmerkelijk is dat onderaan in het artikel staat dat de brandweermannen uit Leeuwarden “terecht zeer voldaan” huiswaarts reden. Laten we het er op houden dat de beide brandweercorpsen er aan hebben bijgedragen dat de vuurzee niet oversloeg naar de bebouwde kom van Marsum. Het dorp kroop die avond door het oog van de naald. De Marsumer brandspuit kon immers weinig uitrichten en voordat de Leeuwarder brandweer ter plekke was, had het al kunnen overslaan. Gelukkig ging de wind later op de avond liggen en draaide hij iets van het dorpscentrum af. Het had een grote ramp kunnen worden. Maar van de eens zo mooie villa Antstein was niets meer over. De foto hieronder spreekt boekdelen.
Foto: Na de brand restten alleen nog een paar muren. Huize Antstein was verleden tijd. De foto geeft ons een mooi doorkijkje naar de Bitgumerdyk. Rechts de woning die dokter Reitsma liet bouwen (later veearts Keestra en familie Westra). Links daarvan zien we nog net het oude café van Marten de Vries dat rond 1974 afgebroken werd.
Nieuwbouw
Dokter Heinemann zat niet bij de pakken neer. Hij kon gelukkig met zijn gezin terecht bij Poptaslot- tuinman Haijtink. Hier kon hij ook zijn praktijk voortzetten. De tuinman woonde in het huis aan de Binnenbuorren 28 (nu Serge en Ingrid Soolsma). Het huis had de ingang toen nog via de Bitgumerdyk. Hij was er blijkbaar snel uit met de verzekering en hij wist blijkbaar ook snel wat hij wilde. Gelukkig waren de procedures voor bouwaanvragen niet zo lang als nu het geval is. Hij liet een nieuw huis met dokterspraktijk en garage bouwen. Het werd opnieuw een statig huis. En nog groter dan huize Antstein. Het nieuwe huis kreeg de naam “GREVEN”. Genoemd naar een plaatsje in Duitsland waar zijn vader vandaan kwam. De naam van het huis ging later (na de Heinemann-periode) lange tijd schuil achter de klimrozen. De kinderen van de latere dokter Kolff vonden het belangrijk dat het weer in zicht kwam en bleef. En zo geschiedde.
Hieronder kadastrale tekening uit 1842:
Kadastrale tekening uit 1890. Het café van SJ Kuperus kreeg een uitbouw:
Kadastrale tekening uit 1908. Bitgumerdyk 4 werd gebouwd in opdracht van dokter Reitsma. Daaronder het café en Huize Antstein:
Foto’s: Uit Collectie Geert Verf/Selskip foar Marsumer Skiednis
Dokter Heinemann slaagde erin om snel een nieuwe woning te laten bouwen. Hij zal trots op het resultaat geweest zijn.
Een fotograaf legde het moderne interieur destijds vast. Bijzonder om zo even een inkijkje te nemen in de woonkamer.
18-02-2025 Prikbord
12-02-2025 Prikbord
12-02-2025 Prikbord
04-02-2025 Dorpsbelang, Prikbord
18-11-2024 Dorpsbelang, Prikbord
21-10-2024 Actueel, Dorpsbelang, Prikbord
30-01-2025 Kerknieuws
29-12-2024 Kerknieuws