Laatste update zondag, 8 december 2024
zondag, 18 april 2021 Kerknieuws
meditaasje
Van goede wil zijn en toch tot niets komen
Rond het jaar 398 publiceerde de Noord-Afrikaanse kerkvader Augustinus zijn Belijdenissen. Daarmee introduceerde hij een nieuw genre in de literatuur: de autobiografie. Hij schrijft beeldend waardoor zijn Belijdenissen zich ook vandaag, zo veel eeuwen later, nog goed laat lezen. Zo las ik onlangs met een paar jongerengroepen de volgende passage:
Zo liet ik mij, zoals wel in de slaap gebeurt, door de last van wat me van U afleidde neerdrukken; en de gedachten, die ik al peinzend op U richtte, waren gelijk aan de pogingen van hen die willen ontwaken, maar die toch weer inslapen, overmand door de diepte van de slaap.
En zoals er niemand is die altijd wil slapen en het volgens het gezonde oordeel van een ieder beter is om wakker te zijn – maar toch stel je het uit om de slaap van je af te schudden, wanneer je lichaam zwaar van loomheid is. Je was de slaap al liever kwijt, maar toch geniet je er van, ook al is de tijd om op te staan gekomen – zo stond het bij mij vast dat het beter was me aan U over te geven, dan om toe te geven aan mijn verlangen naar gemakkelijk genot.
Het ene behaagde me en won me voor zich, het andere stond me aan en bond me aan zich. Er was niets dat ik u kon antwoorden als u tot mij zei: “Ontwaak, jij die slaapt, en sta op uit de dood”. En omdat u mij overal toonde dat u ware dingen sprak, wist ik u helemaal niets meer met overtuiging te antwoorden, behalve lome en slaperige woorden: ‘zo meteen’, ‘ja zo meteen’, ‘nog een heel klein poosje’.
Maar dat ‘meteen, zo meteen’ was niet meteen en dat ‘nog een heel klein poosje’ duurde lang.
Het beeld dat Augustinus hier gebruikt is direct herkenbaar. De wekker gaat en je moet opstaan, want je hebt de komende dag van alles te doen, maar in plaats van je bed uit te komen, draai je je nog eens lekker om en je slaapt verder. Nu er in het middelbaar en hoger onderwijs al zo lang uitsluitend online les gegeven wordt, hoefde men in geen van beide groepen lang te zoeken om het beeld te herkennen. Ook wie ooit depressief geweest is of een dierbare verloren heeft, weet hoe moeilijk het kan zijn om ’s morgens je bed uit te komen. Even moeilijk vond Augustinus het om christen te worden en zich te laten dopen. Hij zag er als een berg tegenop zich te binden.
Elders in zijn Belijdenissen gebruikt hij het beeld nog eens. Dan voor het fenomeen, dat je duvels goed weet wat je zou moeten doen, maar daar toch niet toe komt. Ook dat kennen we. Elke roker weet dat het beter is daarmee te stoppen, maar kom er maar eens toe. En hoe moeilijk is het niet je eetpatroon te veranderen. Om nog maar te zwijgen van de verandering in leefstijl die de klimaatcrisis van ons vraagt. We weten dat het de hoogste tijd is om in actie te komen, maar we slapen gewoon door.
Hoe doorbreken we dat? ‘Door niet alleen aan het genot op korte termijn te denken’, zeiden een aantal bekende filosofische stromingen uit Augustinus’ tijd. Hoeveel genot mis je immers uiteindelijk niet als je door een verkeerd leefpatroon een vroegtijdige dood sterft. Juist als je genot zoekt, moet je niet bezwijken voor het snelle en gemakkelijke genot. Per saldo ben je dan beter uit, want uiteindelijk haal je meer genot binnen. Anderen wezen erop dat er ook wel degelijk genot valt te beleven aan het je ontzeggen van voor de hand liggende, maar uiteindelijk toch verkeerde gewoontes. Een verslaving de baas worden geeft je zelfvertrouwen een enorme boost, en zelf een treinreis naar Spanje uitstippelen is veel spannender en geeft dus meer voldoening dan met een paar muisklikken een goedkoop vliegticket scoren.
Augustinus zelf ontdekte nog wat anders: de sterkste prikkel om wat goed is niet alleen te willen, maar ook te doen is de liefde. Stel, je moeder moet voor een spannend onderzoek naar het ziekenhuis, en jij hebt beloofd met haar mee te gaan, dan sta je als die morgen de wekker gaat meteen naast je bed. Zo kan de wil om je partner niet te verliezen of je baan niet kwijt te raken je helpen van een verslaving af te komen. Anders gezegd: zonder verbinding lukt het niet om uit die spagaat te komen van wel willen, maar niet de kracht vinden om die wil door te zetten.
Een van de positieve dingen van de coronacrisis is dat we massaal de natuur in trekken en weer oog krijgen voor onze directe omgeving. Dat zou ons wel eens meer kunnen stimuleren de zo dringend noodzakelijke aanpassing van onze leefstijl door te voeren dan een zoveelste oproep daartoe.
Als je een band hebt met het landschap dat je gevormd heeft en waarin je je thuis voelt en met de dieren en de vogels die daarbij horen, dan wil je er toch alles aan doen om dat te bewaren in plaats van het kapot te laten gaan. In onze door de moderne wetenschap gevormde kijk op de wereld zien we de wereld vooral als een verzameling middelen om onze eigen doelen te realiseren. Maar wij doen niet alleen iets met de wereld, de wereld doet ook iets met ons; ze voedt ons, ze ontroert ons en ze doet een appèl op ons. Augustinus hoort in dat alles de stem van God. Of je nu Augustinus daarin volgt of niet, zijn verhaal kan ons wel helpen de wereld niet alleen als gebruiksvoorwerp te zien maar ons door haar te laten raken en er zo een echte relatie mee aan te gaan. Pas vanuit zo’n wederzijdse relatie, waarin wij niet alleen handelen maar allereerst ontvangen en luisteren, ontstaat iets van een betekenisvol geheel dat ons bestaan richting kan geven.
Ds. Adri Terlouw
reageren op deze column kan via: terlouwadri@gmail.com
18-11-2024 Dorpsbelang, Prikbord
21-10-2024 Actueel, Dorpsbelang, Prikbord
04-12-2024 Kerknieuws
30-10-2024 Kerknieuws