Laatste update dinsdag, 18 februari 2025
maandag, 18 oktober 2021 Actueel
Hans Semrow was afgelopen week voor de zestigste keer op vakantie in Marsum. In 1961 kwam hij hier voor het eerst als vluchtelingenkind van 10 jaar uit Berlijn. Samen met vier andere Duitse vluchtelingen kinderen werden ze tien weken opgevangen bij Marsumer gezinnen en bezochten ze
de lagere school. Vanwege dit 60 jarig jubileum spraken we met Hans bij de familie Hiemstra in de Poptastrjitte.
Het gezin Semrow woonde oorspronkelijk in Oost Duitsland. In 1959 erfden zijn ouders een huis in West Berlijn. De Duitse muur was er toen nog niet, maar vrij verkeer tussen oost en west Berlijn was niet mogelijk. Bij de grens werd streng gecontroleerd. Toestemming om van oost naar west Berlijn te
gaan was er niet. Het gezin vertrok daarom in alle stilte. Moeder met 3 kinderen het eerst, een dag later vader met de oudste zoon. Zogenaamd op bezoek naar hun oma. Dat was wat de kinderen dachten en wat ook de buren moesten denken. Gelukkig werden ze in de trein niet gecontroleerd en kwamen ze aan in hun nieuwe huis in West Berlijn. Eerst tegen de zin in van Hans. Al zijn speelgoed en zijn vrienden had hij achter moeten laten. Hij had niet eens afscheid van hen genomen. Pleister op de wond was dat het nieuwe huis prachtig was en dat ze zelfs tv hadden. Het was toen 1959. Dat was een gigantische luxe in die tijd.
Hier dachten we niet lang over na
Vanuit Nederland kregen vluchtelingenkinderen het aanbod om een tijd op vakantie te gaan naar Nederland. “Mijn zus Christa en ik hoefden er niet lang over na te denken, ook al wisten we niet precies waar we ja op zeiden. Ik was toen net tien. Op 12 nov 1961 gingen we op reis naar Marsum,
samen met zo’n 25 andere kinderen die ook in Friesland ondergebracht werden. In Marsum werden vijf kinderen opgevangen bij vijf verschillende gezinnen. Ik weet het nog goed dat we uit de trein stapten en met zijn allen in de stationsrestauratie zaten. Daar werden we verdeeld over de gastgezinnen. Ik hoopte dat ik niet bij een oude vrouw met een knoetje zou komen. En laat ik daar (voor mijn idee toen) nu precies terecht gekomen zijn. Ik werd ingedeeld bij Siebren en Tine de Swart op de Bitgumerdyk, waar later kapperszaak v. Wieren zat. Pleegmoeder Tine liep op me af. Zij was toen nog maar 58, maar in de ogen van een jongen van 10 was dat toen zeker al oud. Ik herinner me het nog steeds heel precies: Het was toen bar koud, de busrit naar Marsum in het donker (er was maar 1 lantaarnpaal onderweg), niet wetende waar je heen ging en de boerderijlucht die ik rook toen ik bij het huis aankwam.
Drie kruiken en klompen
De 1 e nacht heb ik op de koude zolder geslapen, gelukkig met drie warme kruiken, wel in een kinderbedje met mijn voeten eruit; ze hadden blijkbaar een veel jonger kind verwacht. Ik ging ook naar school. Op klompen. Die kreeg ik de 1 e dag van mijn pleegouders. Die moest je in school op een rek zetten en dan op sokken verder. Ik was snel gewend aan de klompen. Ik kwam bij juffrouw van der Veen in de klas. Wat een schat. Ze sprak ook Duits. Ik was kinderverliefd op haar. Heimwee heb ik nooit gehad. Dat kwam ook omdat ik mijn zus elke dag op school zag. Die was ingedeeld bij Wybe en Ybeltje Hiemstra aan de Rypsterdyk 10. En je kreeg al snel contact met de andere vluchtelingenkinderen en Marsumer kinderen. Ik herinner me dat ik in de klas zat bij Yde Giesing en Saakje Zwanenburg.
Vissen met Hessel Keegstra
Ik kwam veel bij Hessel-Geertje (Keegstra) aan de Rypsterdyk 45. Hij was als een soort vader voor mij. Ik ging vaak met hem te vissen. De andere pleeggezinnen in Marsum waren Jappie en Annie Heida aan de Uniastrjitte en Klaas en Maartje Stienstra aan de Bitgumerdyk. Ik weet nog dat daar Gissela logeerde. Ik heb een mooie tijd gehad. Daarom ging ik het jaar daarop weer naar Marsum. Toen voor 4 weken.
Daarna ben ik elk jaar naar Marsum toegegaan, maar dan niet meer als vluchtelingenkind. Later was het mijn vakantie. Nooit heb ik overgeslagen, altijd rond deze tijd. Nu ben ik met de camper hier. Ik sta bij Lume en Jannie Zijlstra uit Dronryp, familie van mijn vroegere pleeggezin. Ik ben ook veel bij Hans en Aukje Hiemstra. Hans ken ik al vanaf het begin omdat mijn zus bij zijn ouders in de kost zaten. Ik vis hier ook veel.
Nu nemen die Duitsers onze vis ook nog mee
Leuke anekdote toen ik eens ging vissen in het v. Harinxmakanaal. Er zat een groepje mannen. Die zaten al uren te vissen zonder veel vangst. Ik zat er, naast mijn auto met Duits kenteken, nog maar een kwartier en ving toen een hele grote vis. Ze wisten niet dat ik Fries kon verstaan. Ik hoorde ze
zeggen: Vroeger haalden die Duitsers hier ook alles vandaan en nu nemen ze onze vis ook nog mee. Ik heb daar smakelijk om gelachten. Het blijft me altijd bij. Het vissen wil hier nog steeds goed. Vorige week ving ik samen met Lume nog een snoek van 1,05 m. Het schepnet boog sterk door toen we hem eruit haalden. Zondag de 17 e ga ik weer naar Duitsland, maar ik kom zeker terug. In augustus word ik altijd al wat onrustig. Ik wil dan naar mijn huis in Marsum”, lacht Hans. De terugreis met meer bagage. “Ik kreeg van Hans en Aukje een leuk cadeau ter ere van mijn 60-jarig bezoek. Een echte
Marsumer strontbiesum en een klok met de tekst “De tijd hâldt gjin skoft. Die krijgen een mooi plekje bij mij thuis in Berlijn”.
Op de foto’s:
18-02-2025 Prikbord
12-02-2025 Prikbord
12-02-2025 Prikbord
04-02-2025 Dorpsbelang, Prikbord
18-11-2024 Dorpsbelang, Prikbord
21-10-2024 Actueel, Dorpsbelang, Prikbord
30-01-2025 Kerknieuws
29-12-2024 Kerknieuws