De oorlog in Gaza brengt gesprekken op gang die ons gelovige en christelijke geweten testen en toetsen: wij hebben weet van de eeuwenlange vijandschap tussen mensen met verschillende godsdienstige opvattingen en wij weten dat deze vijandschap gemengd met oorlog een zeer gevaarlijke cocktail van haat en geweld in stand houdt. Niemand heeft het gelijk aan zijn kant als er naar geweld gegrepen wordt. De geloofsstrijd tussen joden, jodenchristenen en (heiden)christenen is al zo oud als het christendom zelf. Jodenchristenen waren zij die Jezus als Messias aannamen maar tegelijk de joodse wet onderhielden. Heidenchristenen zijn zij die eerst niet geloofden en zich tot Christus bekeerden. Tussen deze beide groepen heerste in de eerste eeuwen na Christus al veel strijd, vervolging en verkettering. Jodenchristenen beriepen zich op Petrus of Jakobus en moesten niets hebben van Paulus, die de apostel van de heidenchristenen was. In die eersten eeuwen bestonden er vele tientallen groeperingen van gelovigen, met eigen accenten in de geloofsopvattingen. Steeds meer werd het joden-christendom bestempeld als ketterij. In 386-387 acht Johannes Chrysostomos, een vooraanstaand opziener, herder, leraar en vruchtbaar schrijver in de christenheid in de vierde eeuw, het nodig om in Antiochië acht anti-Joodse preken te houden waarin hij tegen christenen tekeer gaat die zich aangetrokken voelden door de synagogale eredienst en joodse feesten en gebruiken (waaronder de besnijdenis). Sporen van het met geweld zwaar vervolgde joden-christendom zijn nog te vinden in Ethiopië en Zuid-India. De invloed van het joden-christendom reikte tot in de zesde eeuw en vond doorwerking in de Islam die door de Arabische profeet Mohammed en zijn monotheïstische hervormingsbeweging in gang werd gezet. Door de geschiedenis heen liggen er kansen, uitdagingen en valkuilen voor de drie grote godsdiensten: jodendom, christendom en islam. Zij delen grote delen van de Heilige boeken en huldigen dezelfde apocalyptische toekomstvisioenen. Waarom wordt er dan, toen en nu, in godsnaam zoveel gevochten en vallen steeds weer onschuldige slachtoffers? Hebben de mensen gelijk die zich van elke vorm van religie afkeren omdat ze zien dat religie steeds weer leidt tot oorlog en catastrofen? Wat is ons eigen antwoord als christelijke gemeente op dit verwijt? Nu het er in onze levensdagen in de wereld zo verschrikkelijk aan toe gaat spreken we elkaar ook over de Apocalyps, over het einde der tijden, over dé dag dat God, volgens de Schriften, zelf in zal grijpen in de geschiedenis. En alles nieuw zal maken. Moeten we met z’ n allen dan maar zorgeloos die dag afwachten en voor de rest ‘carpe diem’? Mozes zegt: Aan God zal het niet liggen. De profeten zeggen: Doe in Gods naam wat oprecht en rechtvaardig is. Jezus zegt: Jullie zijn het licht in de wereld. Luisterend naar de Schrift is volgens mij het leven van een christen ten diepste een leven van: Liefde, dankbaarheid en zelfopoffering. Elke dag weer proberen we zo te leven, vooral omdat we Jezus’ revolutie van de Liefde omarmen, en daarbij willen horen, en de wereld in dat licht willen brengen. De wijsheid om die gelovige weg te gaan zoeken we als gemeente samen in de Bijbel en dan wij christenen met name in de Bergrede. Ik ben benieuwd of we ook doel en richting kunnen ontdekken in de Openbaringen van Johannes en wil dat graag zelf gaan onderzoeken en erover spreken in onze erediensten. Want alles moet in het werk gesteld worden om wijsheid te bekomen, die ons leidt op de weg van de Liefde om zo met die levenshouding hen te overtuigen die moord en doodslag omarmen. Ons leven speelt zich af in een kleine plek van licht aan de voet van het kruis.
In Marsum is er op donderdag 15 februari a.s.weer onze jaarlijkse Koffiemorgen in de consistorie aan de Buorren 18. Ds. Ulbe Tjallingii heeft deze morgen de leiding, we gaan met elkaar in gesprek en we zingen en luisteren naar mooie verhalen. Hoe we de ochtend verder invullen is nog een verrassing. We rekenen op een goede morgen.
De koffie staat klaar vanaf 9.45 uur. De toegang is gratis en voor vervoer kan worden gezorgd.