De gelijkenis van de vijf wijze en de vijf dwaze meisjes Matteüs 25:1-13 Een raar verhaal heb ik dit altijd gevonden. Waarom kunnen die zogenaamde ‘wijze meisjes’ hun olie niet zo verdelen met de zogenaamde ‘dwaze meisjes’, dat ieder lampje om de beurt een poosje brandt? En welke bruidegom laat op de dag van zijn bruiloftsfeest zomaar genodigden buiten staan? Maar wanneer je eens wat studie gaat maken van deze gelijkenis, blijkt het verhaal toch heel logisch te zijn.
Het getal tien staat voor het geheel: het gaat in deze gelijkenis over de gehele mensheid, dus ook over u en mij. We horen in het verhaal, dat we met zijn allen op weg zijn naar een feest. Het is het feest van de Heer, dat zal beginnen, wanneer de nieuwe aarde en de nieuwe hemel zullen
aanbreken. En we zijn met zijn allen in slaap gevallen.
Maar dat is niet erg. We mogen gerust slapen. Met die slaap wordt ons gewone leven van alledag bedoeld: ons huishouden, het opvoeden van onze kinderen, het boodschappen doen, ons werk, ons vakantie-vieren en vul maar aan.
Het is goed dat dit alles gebeurt. Maar, zo vertelt de gelijkenis, we moeten er wel voor zorgen, dat onze olievoorraad op peil is. Want we kunnen niet met geleende olie de feestzaal binnen gaan.