Een uurtje op verkenning in ons nazorggebied. De eerste boerenzwaluw, een groep van zo’n 8 witte kwikstaarten op doortrek, kramsvogels, wintertalingen, bergeenden, graspiepers en grote zilverreiger die achteruit vliegt door de knoeper harde wind.
De grutto’s en tureluurs zijn weer terug en de kieviten zijn aan de leg. Sjoerd en ik hebben heel even gericht gezocht en leverde een vol nest van de kievit op. Daarna rap terug om de rust in het veld te bewaren.
Op de terugweg schiet er vlak voor onze neus een sperwer vrouw door een groepje spreeuwen en heeft er 1 te pakken. Machtig gezicht hoe ze op volle snelheid aankomt jakkeren en op het moment van grijpen haar staart vol in de rem gooit.
Tijdens het nagenieten gaat de telefoon. Frieda van de Vogelopvang Marsum heeft een zeekoet, overgekomen van Terschelling. Oké, we komen er aan. Wat je in een uur tijd al niet kan beleven op deze stormachtige paasmaandag.