Laatste update vrijdag, 19 april 2024
maandag, 12 mei 2014 Actueel
Hieronder een verslag van Meino Zondervan van de door hem georganiseerde excursie in de vroege ochtend van 4 mei jl.
“Ho, wat is dit hier”. “Let op, de 2 vogels die boven ons vliegen “. Alsof het 2 F-16’s in strakke formatie betreft. Keurig naast elkaar komen de kleintjes in een boog terugdraaien en landen achter ons op een braakliggend terrein. “Wat zijn het, Meino?”
Met de beste bedoelingen heb ik namens de Vogelwacht een excursie voor Marsum georganiseerd. Of het nou kwam omdat mensen niet van het gebeuren afwisten of dat de vroege aanvang niet fijn werd bevonden maar uiteindelijk zijn we vanmorgen om 7 uur met 8 man op pad gegaan. Insteek: ‘Wat vliegt er rond in je eigen dorp’. Dat bleek voor de deelnemers best wel veel te zijn. “Dat kan ik nooit allemaal onthouden”, zo melde Sandra Sijbrandij-Binnema. “Dat hoeft ook niet, maar je krijgt wel een idee wat er omspookt in het dorp”.
Inderdaad vroeg van bed vanmorgen. Marsum slaapt nog. Het is een frisse ochtend. Bewolkt, droog en windstil. Mijn auto parkeer ik aan het begin van de Riemer Veemanstraat en loop rustig de Rypsterdyk af. Er vliegt een paartje mandarijneenden over me heen. Een stukje verderop zijn ze er weer en zitten ze waarachtig bovenop een schoorsteen. Heel apart. Na nog een slagje door het dorp gemaakt te hebben loop ik naar het verzamelpunt.
Even over 7-en zijn we compleet en wordt er gestart op het schelpenpad aan de noordoostkant van het voetbalveld. Het begint gelijk met een hoogtepuntje. Al een dikke week wacht ik op de terugkomst van dit vogeltje vanuit het verre Afrika. Maar tot nu toe had hij zich nog niet gemeld in de ruigte op zijn vaste stek achter de tennisbaan. Uitgerekend tijdens de excursie is de krassende zang van de grasmus te horen. Geweldig natuurlijk maar wat doet hij hier bij het voetbalveld? Verder aanwezig: Een eksternest, een zingende merel, een winterkoning met zijn harde trillende zang, een koolmees-man met zijn dikke stropdas, een tjiftjaf die zijn eigen naam roept en een pimpelmees met zijn blauwe pet die uit een nestkastje vliegt. “Wat zit je nou in die planten om te scheuren”, vraagt Patrick. Eerst de neusvleugels maar even tarten om goed wakker te worden. Een ieder krijgt een blaadje van een plant met de opdracht het in je handen stuk te wrijven. “Waar ruikt het naar?” Ui en/of knoflookachtig. Deze plant heet ‘look-zonder-look’ . Zo genoemd omdat het ruikt naar knoflook maar niet bij deze plantenfamilie thuis hoort. Vandaar de naam. Bij het trainingsveld een fitis. Deze lijkt sprekend op de tjiftjaf maar een fitis zingt daadwerkelijk een liedje. De zang begint qua hoogte op je slaapkamer, gaat helemaal naar zolder en eindigt in de kelder. “Mooi ezelsbruggetje, kun je dat onthoudenBernd?” Volgens mem Sandra zegt Bernd niet veel maar neemt hij alles in zich op. Daar waren we al achter gekomen tijdens zijn ‘stage’ vorige week met de nazorg.
Bij de tennisbaan horen we kort de ‘mitrailleur’ riedel van de braamsluiper. Wederom een Afrika-ganger die nog maar net terug is. Maar … hoor ik dat nou goed . Ja hoor, ook hier een grasmus. Een tweede exemplaar. Het blijft een ongelofelijke gedachte dat ‘mijn’ grasmusje die enorme reis met vele gevaren heeft overleeft en precies weer terugkeert op hetzelfde plekje als de afgelopen twee jaar. Ik hoop van harte dat het ruige stukje biotoop hier behouden blijft. Het biedt aan veel planten en dieren een onderkomen. Bij het bankje aan de Engelumervaart krijgen de kinderen de opdracht om slakken te verzamelen. Patrick voelt zich aangesproken en duikt ook de bosjes in. Zijn vrouw Yvonne; “Het blieve toch kinders nou?” Simon en Bernd vinden ook een handvol. Hugo, de zoon van Marcel Noordbruis, vindt een ‘baby’ slakje. Met z’n allen op de knieën en aan de hand van een zoekkaart gaan we kijken of het een gewone- of een witgerande tuinslak betreft. Een leuke doe-oefening voor jong en oud. Tuinslakken zijn nauwelijks schadelijk voor je tuin, integendeel ze doen nuttig werk door dood materiaal op te ruimen en als voedingsstof aan de bodem toe te voegen. Pas dus op met slakkengif. Gif werkt door in de voedselketen van vogels en zoogdieren. Naaktslakken en b.v. de segrijnslak zijn wel planteneters maar kunnen op een milieuvriendelijke manier gevangen worden.
Volgende stop is bij mijn auto. Uit de kofferbak haal ik een telescoop zodat ook dat aspect als zijnde een ‘echte’ vogelaar aan bod komt. Er hangen 2 torenvalk nestkasten aan de populieren van de Bokmasingel. De telescoop zet ik op de eerste kast waar plankjes voor zijn geslagen. Allemaal even door de scoop kijken en vertel me maar of er iets in de nestkast zit. Dat blijkt zo te zijn maar is het wel een torenvalk? De partner van de broedende vogel komt aanvliegen en gaat in het weiland ervoor zitten. “Het is een nijlgans”, zegt Bernd. “Hoe weet je dat”, vraagt moederlief. “Dat heb ik gelezen van Meino zijn Facebook”. Niet alleen Sandra staat trots te kijken. Geweldig om te horen. Inderdaad zit deze exoot, ondanks de voorlangs geslagen plankjes, in de torenvalk kast te broeden. Volgend jaar moeten de plankjes dichter bij elkaar zodat deze boef niet weer kan inbreken en het de torenvalk weer de mogelijkheid bied om erin te gaan broeden. Terwijl we staan te kijken naar de brutale maar mooie nijlgans hoor ik boven ons een niet alledaags vogelgeluid. Een paar kleine vogeltjes scheren over ons heen. Alweer een voordeel van het vroege opstaan. Als in het introstukje beschreven gaat een paartje kleine plevieren in het stukje braakliggend terrein bij de Bokmasingel zitten. Snel de telescoop erop. De kleine zwart witte pleviertjes met hun gele oogring laten zich goed bekijken. Machtig mooi en dat tijdens de excursie. Yvonne moet er wel om lachen als ik meld dat het een kippenvel moment is.
“Dit is een kasteel en ik ben de ridder”. Hugo kijkt me aan alsof ik sprookjes vertel. Met een enorme middeleeuwse sleutel verschaf ik ons toegang tot het Poptaslot terrein. Voorafgaand zijn we eerst een slag door de tuin aan de noordoostkant gelopen. Hugo blijkt ondanks zijn jonge leeftijd wel iets met roofvogels te hebben. We vinden een dode spreeuw. Althans de restanten ervan. Een teken dat de sperwer langs is geweest. De enige roofvogel die zich in de bebouwde kom waagt. Aan een boom hangt een enorme slak. “Hey, die stond toch ook op de zoekkaart?” “Jazeker, dit is de wijngaardslak”.
“Tsjonge jonge, hier hebben ze wel werk van, volgens Patrick”. De Poptatuin ligt er mooi en strak bij. Via de binnenplaats lopen we in de tuin binnen de gracht. Er zit een spechtennest boven een nestkastje van een boomkruiper. De bovenkant van de kast is helemaal opengehakt door een grote bonte specht. Leuk hoor, slechte specht. Weet je wel wat dat kost? De enorme paardenkastanjeboom voor in de tuin blijft indruk maken. De 180-jarige boom is uniek in Nederland vanwege zijn hoge leeftijd en kolossale omvang. Als je er onder staat waan je je in een groot oud bos. De boom biedt veel leven en onderkomen voor vele dieren. Zo broedt er een pimpelmees in een holte en laat ik een mooi gebouwd winterkoning nest zien die in een grote inham is gebouwd. Het mannetje maakt een stuk of 4 nestjes waar mevrouw een keus uit mag maken.
Als we het slotterrein weer hebben verlaten merkt Simon op dat er een eend wel erg gek zit met zijn vleugels hangend langs het lichaam. “ Hier, kijk maar even met mijn verrekijker, als je goed kijkt zie je dat er kuikens lekker warm onder haar vleugels zitten”. Er zitten leuke soorten bij het Poptaslot. Boomklever, boomkruiper, groenling, ransuil, heggenmus, roodborst, tjiftjaf en ook de zwartkop die zijn mooie heldere zang laat horen. Het wordt rond deze tijd al wat rustiger wat zang betreft omdat veel soorten al aan het broeden zijn geslagen en dat terwijl er nog enkele soorten terug moeten komen uit Afrika. Zo heb ik de gierzwaluw of de grauwe vliegenvanger nog niet gezien.
In de Binnenbuorren nog even checken of er ransuilen zijn. Niet dus, maar het is wel mooi om de sporen te laten zien. Nog even een paar braakballen uitpluizen. De boys draaien hun hand er niet voor om. Bernd heeft al gauw een kaakje van een muis gevonden.
Einde oefening. De kinderen krijgen na afloop een mooie zoekkaart ‘Roofvogels in Nederland’ van me mee. “Bedankt voor de aandacht, goed handen wassen als je thuiskomt en tot een volgende keer”.
19-04-2024 Prikbord
29-03-2024 Prikbord
16-04-2024 Dorpsbelang
14-02-2024 Dorpsbelang
04-04-2024 Kerknieuws
14-03-2024 Kerknieuws
07-03-2024 Kerknieuws